achtergrond

Geenstijl

login

word lid

nachtmodus

tip redactie

zoeken

@Safari Eurabia

Safari Eurabia - Er waart een spook door Europa

De gematigde islam bestaat niet, net zomin als gematigde moslims

De islam staat na de aanslag op Salman Rushdie (en dankzij de jonge mohammedaan in Frankrijk die zijn vader ritueel onthoofdde terwijl hij allahoe akbar riep) ineens weer op de kaart. Sinds de uitbraak van het Chinese virus uit Wuhan haalde de religie van de vrede amper nog het nieuws en dat kwam de machthebbers in Europa bijzonder goed uit. Het verhaal van de eurocraten in Brussel bestond nog maar uit drie narratieven: de pandemie, de Green Deal van klimaclown Frenske en Oekraïne. De massale immigratie van jonge moslimmannen uit Afghanistan, Pakistan, Soedan, Somalië, Noord-Afrika en de rest van Afrika is voor de eurocraten een voldongen feit en verder geen onderwerp van discussie. ‘We hebben de frisse arbeidskrachten hard nodig’, roept Europarlementariër Sophie in 't Veld van D66 te pas en te onpas. 

Er waren nauwelijks aanslagen sinds de lockdowns begonnen in Europa. De slapende cellen snurkten zich door de pandemie heen, maar in de media doken hier en daar toch jihadistisch getinte faits divers op: moord- en steekpartijen door eenzame wolven en loslopende gekkies die toevallig mohammedaan waren. Maar er was ook de gruwelijke onthoofding van de Franse leraar Samuel Paty, en in Parijs begon het proces tegen twintig mannen die betrokken waren bij de gruwelijke aanslagen in de Bataclan die aan honderddertig mensen het leven kostte en waarbij driehonderdvijftig mensen gewond raakten. Meer dan de helft van die verdachten hebben roots in Brussel. Het was grootste strafproces in de moderne geschiedenis van Frankrijk.

De rode draad door Safari Eurabia - dat in oktober ook in een vuistdikke limited edition van GeenStijl verschijnt, met een omslag van huistekenaar Cortés - is de prangende vraag hoe het staat met de islam in het ondergaande Avondland. Waar ligt de loyaliteit van Europese moslims: bij Allah en zijn profeet of bij de seculiere samenlevingen waar ze wonen?

Safari Eurabia - De laatste trein naar Mostar

De trein van Sarajevo naar Mostar is een feestje op wielen. Ruime stoelen, veel beencomfort, een bar, een gezellig muziekje in de coupés, een vrolijke kaartjesknipper en uitgelaten vakantiegangers

De natuur is overweldigend: woeste bergen, gapende kloven, rivieren en bergmeren. Bosnië op zijn best. Het station van Sarajevo is heerlijk oostblokkerig, met een enorme hal waar de geest van Tito nog rondwaart. De gaten die de ontelbare granaatscherven hebben veroorzaakt, zijn gedicht. Voor de oorlog was Mostar de trots van Joegoslavië, een modelstad met het hoogste aantal gemengde huwelijken. Moslims, als ze zich al zo noemden, woonden aan weerszijden van de Neretva-rivier. Tot de Kroaten het nodig vonden West-Mostar uit te roepen tot onlosmakelijk deel van de Kroatische republiek van Bosnië-Herzegovina. 

Een deel van het eeuwenoude islamitische deel van de stad was toen al verwoest door de oorlog met de Serviërs. Voor de Kroaten was dat nog niet genoeg. Met zwaar geschut bestookten ze maandenlang de vijftigduizend inwoners aan de "islamitische" oostkant van de stad. Een groot deel van die bewoners was al als vluchteling uit andere delen van Bosnië naar de stad gekomen. Ik was onderweg naar Srebrenica, waar net de slachtpartij had plaatsgevonden, en miste op een haartje het laatste VN-konvooi.

Op het moment dat ik aankwam in Mostar, begon het granaten te regenen. Er is een theorie dat je, als je een mortiergranaat hoort fluiten, nog een fractie van een seconde hebt om te duiken of te bidden. Die theorie hoorde ik van de Nederlandse mariniers in Split. De mortiercompagnie, die deel uitmaakt van de Rapid Reaction Force, was aan het hartenjagen in Hotel Palace, kort voor ik naar Mostar vertrok. De 'mortugezen’, zoals ze zichzelf noemen, hadden hun tijdelijk tehuis gezellig gemaakt. Ze hadden een hond geadopteerd en hem Joris gedoopt. ‘Joris, hier! Ga zitten! Pootje. Blaffen tegen de baas?’

Ze verveelden zich dood in Hotel Palace. Het liefst was de mortiercompagnie een robbertje gaan vechten op de berg Igman. Voor de Dutchbatters die halsoverkop Srebrenica waren ontvlucht, hadden ze weinig respect. De mariniers, dat waren de echte strijders. Als je een mortiergranaat dus hoort fluiten, is er niets aan de hand. Dan heb je nog een fractie van een seconde en moet je zo snel mogelijk dekking zoeken. Als je hem niet hoort fluiten, kan je beter bidden. Want binnen een straal van vijftig meter is de kans groot dat je wordt  doorboord met scherven. 

Ik vond de angst voor de granaten gekmakend.

Safari Eurabia - Sentimentele zoektochten in een wereld die begon te verdwijnen in Sarajevo

Aida kwam ik tegen in een kelderdiscotheek op een boogscheut van hotel Bosnia, waar ik bivakkeerde. Ze had medicijnen gestudeerd een eigen talkshow op een lokale radiozender, masseerde dagelijks oorlogsslachtoffers in de enige revalidatiekliniek van Sarajevo en ze was prachtig. 

Het werd een dolle boel in die disco, de slivo stroomde gestaag en het werd een typische lumpovanje-nacht. Aida en ik dansten de hele nacht en de volgende ochtend gingen we direct van hotel Bosnia naar haar kliniek, vergezeld door een kater des doods. 

Eerder die avond was ik dichter en schrijver Serge van Duijnhoven tegen het lijf gelopen. Hij woonde in Sarajevo en schreef elke week een column in de zaterdageditie van de Volkskrant. Daarin zouden Aida en ik een paar weken later centraal  staan. Ik las die ontroerende en romantische column over de onstuimige Balkan-romance thuis bij het ontbijt in Amsterdam. Mijn verloofde zat tegenover mij een eitje te pellen, ik verslikte mij in mijn boterham en heb toen als de wiedeweerga alle Volkskranten in Amsterdam-Zuid opgekocht en vernietigd. Gelukkig was er toen nog geen Twitter. 

Ik ben vastberaden Aida terug te vinden in Sarajevo. How can we hang on to a dream? 

Muntz en ik logeren in hotel Holiday, voorheen Holiday Inn. Hij vindt mijn speurtocht naar Aida wel aandoenlijk, noemt mij een slappe romantische ouwe lul met een midlife crisis. "Maak daar endlife crisis van, Muntz", brom ik, "midlife crisis suggereert dat ik dan 124 jaar moet worden. Bovendien heb ik godzijdank geen kinderen, de belangrijkste voorwaarde voor de midlife crisis van een man."

Safari Eurabia - Terug naar Sarajevo, dertig jaar na het onbezonnen oorlogsbezoek

Thuis haalde ik een hemd en een schone onderbroek en liet een briefje achter voor mijn verloofde: "Ben naar Sarajevo".

De busrit van Pristina naar Podgorica, de hoofdstad van Montenegro, gaat via Albanië en duurt tussen de zes en acht uur. Midden in de nacht hebben we op het station van Podgorica eventueel aansluiting op de bus naar Sarajevo. Het avontuur bestaat nog: een stampvolle bus vol uitgelaten locals met manden vol eten (nee, geen levende ganzen en kippen), flessen raki en slivo die rondgaan, knullige grensovergangen met broze hefboompjes en stopbordjes in verschillende talen en besnorde douaniers met indrukwekkende petten die onze paspoorten stempelen. We slingeren over smalle wegen langs ravijnen en woeste bergen, ontwijken een paar keer ternauwernood koeien, schapen en geiten, hebben tussenstops op futuristische benzinestations en halen net op tijd onze aansluiting naar Sarajevo. Dan wordt de rit pas echt ruig. 

Muntz ligt te snurken en ik denk terug aan de vorige keer dat ik in Sarajevo was, bijna dertig jaar geleden: een totale dolleman, onbezonnen, ambitieus, roekeloos en zo gek als een deur.  Ik zat zoals gewoonlijk te borrelen in Le  Petit Bordeaux, hoek Prinsengracht, hoek Spiegelstraat. Fotograaf Nico Koster, wereldberoemd door zijn fotoserie met John en Yoko in het Hilton, zei dat hij zo graag Kerstmis in Sarajevo wilde meemaken, desnoods met mij. Toen kwam zijn zoon Christiaan binnen en die zei: nou, Tuur, dan gaan wij toch nu al. 

De meeste Servische stellingen rond Sarajevo lagen net zwaar onder vuur en de weg van Split via Mostar naar Sarajevo was open voor normaal vervoer.

Met mijn dronken kop belde ik Martin van Amerongen op, de hoofdredacteur van de Groene Amsterdammer, met de vraag of hij een voorschot kon regelen. Mijn beste en tevens enige argument was dat ik als de islamspecialist gold bij de Groene en dat ik een wereldschokkende reportage ging schrijven over het vreselijke lot van de belegerde moslims in Sarajevo. Met een zuur gezicht overhandigde hij mij wat later die avond duizend piek. Thuis haalde ik een hemd en een schone onderbroek en liet een briefje achter voor mijn verloofde: "Ben naar Sarajevo".

Safari Eurabia - Spekmohammedanen in Kosovo

Ome Tuur was nooit in Kosovo. Tot vorige maand

Toen Joegoslavië nog bestond, bezocht ik regelmatig en met veel plezier de zes republieken én de autonome provincie Vojvodina, maar om mij onbekende reden kwam ik nooit in de autonome provincie Kosovo. De SFRJ was spotgoedkoop, met overal Wein, Weib, Gesang, zon en zigeunerjammerhout, de stranden van Kroatië waren prima en in het beste geval at ik bonensoep en verkoolde gemixtes Fleisch. In de schaarse supermarkten werd hoofdzakelijk slivovitsj verkocht: eindeloze rijen flessen en verder lege schappen met af en toe een blik augurken voor de versiering. 

Op het industrieterrein van Ede werkten midden jaren zeventig veel Joego's. Ik vond het toffe, vrolijke gasten die altijd wel iets te vieren hadden. De balletje-balletje-Joego's kwamen pas later naar Nederland. Joegoslavische films vond ik geweldig, en met name Sweet Movie en Montenegro van de geweldige Servische regisseur Dušan Makavejev. En verder wat ik laatst schreef: niet voor niets is mijn favoriete filmmaker Emir Kusturica, mijn favoriete filmcomponist Goran Bregović en mijn favoriete Balkan-zangers Ceca. Een Slavische term die in mijn geheugen gegrift staat, is lumpavanja. Het komt erop neer dat je de hele kroeg of het hele restaurant sloopt en daarna de eigenaar keurig de schade vergoedt. 

Ergens eind jaren zeventig zat ik in de trein naar Istanboel en kort voor de grens tussen Oostenrijk en Slovenië kwamen twee prachtige dames met tassen vol nieuwe kleren binnen. Ze reisden terug naar Belgrado en waren bang dat de Joegoslavische douane hun boodschappen zou confisqueren. Ik heb toen een aantal van hun truitjes over elkaar heen getrokken - zo mager was ik destijds - en de rest van hun kleertjes in mijn rugzak gepropt. De douaniers stonken naar slivovitsj toen ze onze coupé binnen stommelden, het was bijna middernacht en de dames werden niet betrapt op smokkel. Als beloning mocht ik een paar dagen tussen hen in logeren in een kaal naargeestig appartement in hartje Belgrado.  

Het was één groot bacchanaal van slivovitsj, met blaadjes rauwe kool als snack. Het vrolijke duo had een pick-upje (een soort Oostblok Triotrac) en draaide de hele tijd dit singletje. De namen van de twee meisjes weet ik niet meer maar wel de titel van het broeierige plaatje: Hajde. 

Ik was dus nooit in Kosovo en de beschrijving in de ANWB-reisgids uit die tijd was dan ook niet bepaald een trigger voor een bronstige jongeman.

"Een van de laatste landstreken in Joegoslavië waar u zich nog kunt realiseren wat vroeger het woord Balkan betekende. Een streek waar de oriënt nog altijd nabij is en waar de vroegere macht van de islam zich nog immer vertoont in witte moskeeën en slanke minaretten. Maar ook een streek waar u enkele prachtige Servisch-orthodoxe kloosters kunt vinden. Bovendien vindt u in deze landstreek plezierige trajecten door nog ongerepte bergstreken en nauwe rotskloven. Dit alles vindt u in de Kosovo. Althans nog wel. U moet geen jaren meer wachten met uw reis, anders is er misschien al weer veel van het ongerepte en authentieke verloren gegaan...", 

Juist vanwege de islam en mijn project Safari Eurabia ben ik nu met Rob Muntz in Pristina, de hoofdstad van Kosovo. Van de spanningen aan de grens met Servië merken we nog weinig. Overigens wordt die grens niet erkend door EU-landen Cyprus, Griekenland, Roemenië, Slowakije en Spanje. Als je in je paspoort een stempel van Kosovo hebt, zoals wij, stuurt de Servisch douane je terug omdat de republiek Kosovo voor Belgrado niet bestaat. Inmiddels heeft Kosovo de grensovergangen gesloten

Even het geheugen afstoffen: De Kosovo-oorlog begon op 28 februari 1998 en duurde tot 11 juni 1999. De strijdkrachten van de Federale Republiek Joegoslavië, die Kosovo voor de oorlog controleerden (bezetten zo men wil), vochten met de Kosovo-Albanese rebellengroep die bekend staat als het Kosovo Bevrijdingsleger (UÇK). Het UÇK startte zijn eerste campagne in 1995 toen het aanvallen lanceerde op de Servische "bezetter" in Kosovo (politiebureau's, kazernes en legerposten). 

In 1997 kreeg het UÇK een enorme lading wapens uit Albanië. Daar vond na de Piramidespelcrisis een burgeroorlog plaats en werden wapens uit kazernes, politie- en legerposten van het land geroofd. De aanvallen op het Joegoslavische leger leidden tot een nog opvallender aanwezigheid van Servische paramilitairen en reguliere troepen, die vervolgens een vergeldingscampagne begonnen te voeren tegen UÇK-sympathisanten en politieke tegenstanders. 

Deze campagne kostte 1.500 tot 2.000 burgers en UÇK-strijders het leven, en veroorzaakte een vluchtelingenstroom van 370.000 Kosovo-Albanezen in maart 1999. Het conflict eindigde toen de NAVO tussenbeide kwam door in maart 1999 luchtaanvallen uit te voeren, wat ertoe leidde dat Milosevic zich terugtrok uit Kosovo.

Safari Eurabia - De laatste joden van Albanië

Jews are news

Na mijn hommage aan Egon Erwin Kisch kreeg ik in het twitterriool te horen dat ik wel héél erg vaak over joden schrijf. Die vaste querulanten zijn natuurlijk ordinaire antisemieten met een Wajong-uitkering maar toch bedien ik ze keurig van repliek. Ik studeerde namelijk bijbels Hebreeuws, modern Hebreeuws, Jiddisch, talmoed, rabbinica, Aramees en Joodse geschiedenis en ik ben dus bevoegd om over joden te schrijven, net zoals een valse veilingnicht die kunstgeschiedenis heeft gestudeerd, in Tussen Kunst en Kitsch een kwartier mag ouwehoeren over een waardeloos vaasje dat een of ander geldhongerig wijffie van de vliering in het huisje van haar stervende moeder heeft gepikt. 

Daarnaast deed ik Arabisch en geschiedenis van de islam en studeerde ik af op de jihad bij prof. Mr. dr.  Ruud Peters (أرقد في سلام). Mijn keuze voor die vreselijk moeilijke taal maakte ik uit financiële wanhoop want met Hebreeuws valt natuurlijk geen droog brood te verdienen. Ik kom zo terug op die studies en op mijn ontgroening bij het Amsterdamsch Studenten Corps. 

Tijdens mijn bestaan als razende reporter bezocht ik overal in de islamitische wereld de wegkwijnende joodse gemeenschappen, een bijzonder treurige ervaring. Van al die ooit zo bloeiende gemeenschappen in Irak, Afghanistan, Syrie, Egypte, Libanon, Algerije, Tunesië en Marokko is niets meer over. In Libanon woonde nog 1 jood en in Algerije (waar ooit 150.000 joden woonden) bleef de teller op nul steken. In Afghanistan woonden nog twee stokoude joden en die leefden op voet van oorlog met elkaar. Ook in Tunesië is het een aflopende zaak. 'Tunis is een joodse stad’, schreef Guy de Maupassant ruim een eeuw geleden maar toen ik er was in 1997, woonden er nog maar achthonderd joden in heel Tunesië en die zullen inmiddels ook wel vertrokken zijn, dankzij het monster dat lieftallig "de Arabische Lente"wordt genoemd. Hoi Monique Samuel!

Safari Eurabia - Een hommage aan Egon Erwin Kisch, door een hedonistische opportunist

Mijn hommage aan Egon Erwin Kisch, de enige echte razende reporter. Ik ben slechts een mislukte, gedrogeerde en dronken Kuifje met ADHD

Ik wilde met de trein van Tirana naar Shköder, maar die ging niet meer. Treinen zijn al sinds mijn prille jeugd mijn lust en mijn leven en ik schreef een heel boek over de Portugese spoorwegen, die langzaam maar zeker wegkwijnen en verdwijnen. Dan maar met de bus naar het verlaten treinstation in de meest noordelijke stad van Albanië. Een man zonder benen in een rolstoel staat onder een boom op het perron geparkeerd. Hij zwaait vrolijk naar me. Gelukkig spreek ik geen Albanees. In de verlaten hal bewaakt een kerel in zijn blote bast het station. Er is niets mooiers dan verval en vergane glorie. 

In mijn nostalgische hotel Traditi, waar mevrouw zich uit en meneer zich thuis voelt, wemelt het van de jonge Nederlandse stelletjes en oude Volkskrant-lezers. Allemaal types die ondanks het spotgoedkope eten en drinken in dit boutique hotel geen cent fooi geven. Mannetjes met ringbaardjes op Birkenstocks die achter hun kordate vrouwen - die altijd Els, Loes, Gerda, Janneke of Miep heten -  aan sjokken, reisgids in de hand. Veel jonge stelletjes met tattoos op hun hardbodies. De laatste vakantie zonder kind want het biologische klokje van Lisa, Fleur en Emma tikt luidruchtig. Het leven is voorspelbaar en dat is het geweldige aan ouder worden. Ik weet namelijk hoe het afloopt met de Sturm und Drang van die jonge chickies die ik overal in Albanië tegenkom. Ondanks alle stoere praat, de tattoes en de hippe kleertjes eindigen ze ergens in Lelystad of in Vinexland met Jan-Jaap de accountant. De cirkel des levens is volmaakt en wat is karma toch een schitterende uitvinding. 

Shköder is helaas ook met de tijd meegegaan maar niet zo hip als Tirana. Ik vind het jammer dat de Muur viel en het Oostblok ogenschijnlijk verdween want vroeger kon je met een paar panties nog de mooie meneer uithangen in Polen , Tsjecho-Slowakije en wat dies meer zij. Ik moet desondanks eerlijk toegeven dat ik destijds heel blij was dat al die gekke Oostbloklandjes bij de EU kwamen. Mijn kortstondige euforie was louter gebaseerd op de open grenzen, iets wat de EU nu opbreekt. En ik vond de euro wel handig, ook al werden we uiteindelijk belazerd door die flessentrekker van een Zalm, met zijn bête grijns en zijn stomme koffertje en die paar gratis kutmunten die iedere Nederlander van hem kreeg.

Safari Eurabia - Een joie de vivre van alcohol-islam in het vrolijke Albanië

Albanië: de zachte en vooral vrolijke onderbuik van de Europese islam

Koning Faroek van Egypte was trots op zijn Albanese wortels. Hij liet zich dan ook beschermen door dertig Albanese lijfwachten, omdat Albanezen de enige mensen waren die hij vertrouwde. Faroek werd in 1952 afgezet door Gamal Abdel Nasser en leed tot zijn dood een zwervend en vooral vorstelijk en hedonistisch bestaan. De chaos en puinhopen die couppleger Nasser veroorzaakte (het haastige vertrek van joden, Grieken, Italianen, Libanezen, Syriërs en Armeniërs leidde tot een enorme braindrain) worden perfect beschreven in mijn favoriete Egyptische roman: Beer in the Snooker Club van Waguih Ghali.

Faroek was een ware buikdienaar - de Frenske Timmermans van zijn tijd -  en stierf op 18 maart 1965 geheel in stijl aan de tafel van het restaurant "Ile da France" in Rome. 

De moddervette monarch verslond - vergezeld door een dubieuze blondine met een enorme bos hout voor de deur - 7 kippen, een halve lamsbout, een paar dozijn oesters met hete saus, een kruiwagentje gebakken aardappelen, een half dozijn eclairs, een hele Sachertorte en spoelde alles weg met  drie flessen wijn, een halve fles brandy en een sloot koffie. Het was zijn tweede diner die dag. Tevreden natafelend stak hij een Hoyo de Monterrey Double Coronas van Davidoff op, zijn vaste merk met een eigen koninklijk sigarenbandje, liet een boertje en kreeg een dodelijke hartaanval. *What a wonderful way to go! *

Boze tongen beweren dat de koning vergiftigd was maar een goed culinair verhaal moet je niet doodchecken. 

Het lichaam van Farouk I werd naar Caïro gebracht en begraven in de al-Rifai-moskee, samen met andere Egyptische monarchen en Perzische sjahs uit de Pahlavi-dynastie. Reizend door Albanië herken ik de levensvreugde en het hedonisme van de onvergetelijke koning terug bij de inheemsen. Die joie de vivre moet wel in hun DNA zitten! Niet voor niets heeft het landje per capita de meeste kroegen, terrassen en restaurants van de wereld.

Safari Volkskrantia - Hoe anachronisme Arthur door de Azijnbode aan de leiband werd gelegd

Allesonthullend verhaal!

Ik was net een doorwrocht essay aan het tikken over het Albanese piramidespel en de ponzifraude die tot de totale ineenstorting van de toch al zo broze economie van het landje leidde en grote gevolgen had voor de georganiseerde misdaad in in Italië en de rest van West-Europa, toen ik las dat Sheila Sitalsing en Bert Wagendorp de lier aan de wilgen hebben gehangen wat hun columns in de Volkskrant betreft. 

Ik moest even slikken want kennelijk vindt er een grote schoonmaak plaats bij de krant, met verstrekkende gevolgen voor het columnistenbestand. Sitalsing en Wagendorp zijn uiteraard uit eigen beweging opgestapt en ik ben vooral benieuwd hoe de veelkoppige hoofdredactie van de VK het vacuüm gaat opvullen. 

Het kan maar zo zijn dat Pieter Klok net als zijn collega bij Trouw er voor kiest om woke personen van kleur aan te trekken, met bizarre stukjes die in de regel worden geschreven door roomblanke ghostwriters, blonde bakvissen met pukkels die net zijn afgestudeerd aan de Evangelische School voor Hoernalistiek. Get woke, go broke.

Hoe het ook zij: ik voel aan mijn water dat ik er ergens dit jaar uit zouden worden gebonjourd wegens oud, blank, dik, cisgender, seksistisch, islamofoob, racistisch en last but not least: alt right. 

Ik slaakte een kreet van opluchting want mijn spectaculaire overstap naar GeenStijl, op 1 januari van dit jaar, was dus geweldig getimed. We moeten even terug in de tijd naar mijn diverse momenten van Algarviaanse camaraderie en bonhomie met Bart Nijman. Hij schreef daar uitvoerig over in zijn laatste nieuwsbrief

Deze ontroerende passage wil ik u niet onthouden:

Safari Eurabia - De link tussen Albanië, een snoepwinkeltje in Amsterdam en Mark Rutte

Albanië, kandidaat EU-lidstaat, haalt via de Amsterdamse koopmansgeest alvast wat harde Noord-Europese euro's binnen

Geobsedeerd als ik ben door de onherroepelijke ondergang van 020 (gelijk Sodom en Gomorra) bladerde ik mijn hotel in Tirana door de Halsemabode, op zoek naar inspiratie voor toxische twietjes. En jawel: na luttele minuten was het bingo: PvdA-wethouder Sofyan Mbarki vindt het volstrekt normaal dat er in de Leidsestraat (maandelijkse huurprijzen vanaf 15.000 euro) een onontbeerlijk en uniek snoepwinkeltje is gekomen in de plaats van een echte Hollandse visboer. Wolla! 

In antwoord op vragen van de VVD schrijft hij dat de snoepwinkels in het centrum niet de kenmerken hebben van toeristenwinkels. "Ook Amsterdammers kopen snoep in zo’n snoepwinkel, terwijl er wat betreft bedrijfsvoering, reclame en presentatie van de winkels geen elementen zijn aan te wijzen die specifiek met toeristen en dagjesmensen in verband kunnen worden gebracht." Wolla!

En hupsakee: daar was mijn toxische twiet! Twiep Laurens reageerde onmiddellijk: Ik woon hier letterlijk om de hoek, geen buurtbewoner koopt hier... aan de muur hangen steevast A4'tjes... "today cash only"-  elke dag is de pinautomaat stuk. Ondernemer Rob Muntz, die naast mij in bed lag in het hotel in Tirana, wist meteen hoe laat het was: de uitbater heeft omzet nodig met contant geld om zo zijn eigen zwarte contante geld er aan toe te voegen, waardoor het witgewassen wordt.

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.